Rouw

Rouw en verlies horen bij het leven. Wanneer we denken aan rouw en verlies maken we al snel een koppeling met de dood. Rouw en verlies komen we echter ook in andere situaties tegen. Wanneer verdriet op bezoek komt:

• iemand die je graag ziet heeft een ongeluk, wordt ziek of gaat dood
• je lievelingsdier sterft
• je ouders gaan scheiden
• je mama of papa heeft een (onzichtbare) chronische ziekte of is gehandicapt
• je hebt een broer en/of zus met een beperking
• jullie gaan verhuizen en je moet je vriendjes achterlaten
• je hebt een vervelende ziekenhuiservaring
• de overgang van basisschool naar middelbare school
• etc.

Dit kunnen ingrijpende gebeurtenissen zijn voor zowel ouder als kind.

Kinderen en jongeren rouwen anders dan volwassenen. Kinderen schakelen sneller en vaker tussen verschillende emoties, daardoor rouwen zij ‘in stukjes’ en lijkt het soms alsof ze niet rouwen. Of ze vertonen gedrag dat niet als rouwgedrag herkend wordt. Voor kinderen is het een zoektocht hoe zij hiermee om moeten gaan. Wanneer kinderen te maken hebben met zorgen en verdriet, is het belangrijk dat ze ook de andere kant voelen; de veerkracht om ermee om te gaan.

Ondersteuning en begeleiding kan welkom zijn om kinderen weer op weg te helpen en om hun balans terug te vinden. Die balans is belangrijk; de balans tussen verdriet en zorgen aan de ene kant en de eigen veerkracht aan de andere kant.

Omgaan met tegenslag, verlies en rouw is keihard werken, het vraagt aandacht, inspanning en tijd. Bij Praktijk ik ben ik is er niet alleen sprake van begrip en erkenning voor gevoelens, maar ook de expertise om samen met jullie het (rouw)proces te doorlopen, zodat een kind zich op een gezonde manier verder kan ontwikkelen.